Titel | Walswerker met tang in beide handen
De drie beelden van de hand van Krop stellen walswerkers voor. Hun werk is zwaar en vies: soms zeer dikke platen van ijzer of andersoortig metaal smeden zij met behulp van een pers en verhitting om tot dunnere platen of vormen. Menselijke kracht speelt daarbij een rol. Krop toont de mannen niet tijdens het uitvoeren van hun werkzaamheden, maar in rust.
Hoewel het afzonderlijke sculpturen zijn, horen zij toch bij elkaar. Het zijn ontwerpen voor een monument in opdracht van de Koninklijke Emballage Industrie Van Leer BV. Dit zou de vorm krijgen van een vliegwiel waarop de ruim twee meter hoge beelden van de mannen zouden komen staan. Het voetstuk van het beeld zou gesierd worden met de tekst: ‘Waar geen slaven zijn, kan geen tiran ontstaan’. Het kwam niet tot uitvoering door het uitbreken van de Tweede Wereldoorlog.
Hoewel Krop voornamelijk voor de gemeente Amsterdam werkte, moest hij in de loop van de jaren dertig steeds vaker uitzien naar andere opdrachtgevers. De economische crisis en de veranderende kijk op het decoreren van architectuur waren hiervan de oorzaken.
De beelden zijn een goed voorbeeld van Krops stijl tijdens de jaren dertig. De stilering is dan strenger en de sculpturen worden gekenmerkt door en meer klassieke vormgeving.
Dit werk is een bruikleen van de Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed.